Rechtbank veroordeelt FPÖ-functionaris wegens onmenselijke haatzaaiende berichten

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Rechtbank veroordeelt Burgenland FPÖ-functionaris wegens haatzaaiende opmerkingen. Bohrn Mena kondigt verdere juridische stappen aan.

Gericht verurteilt burgenländische FPÖ-Funktionärin wegen Hasskommentaren. Bohrn Mena kündigt weitere rechtliche Schritte an.
Rechtbank veroordeelt Burgenland FPÖ-functionaris wegens haatzaaiende opmerkingen. Bohrn Mena kondigt verdere juridische stappen aan.

Rechtbank veroordeelt FPÖ-functionaris wegens onmenselijke haatzaaiende berichten

In een eindoordeel van de rechtbank van Mattersburg op 8 augustus 2025 werd een Burgenland FPÖ-functionaris veroordeeld wegens haar beledigende uitlatingen op Facebook. Sebastian Bohrn Mena, die de rechtszaak heeft aangespannen, omschreef de inhumane opmerkingen als een schending van de menselijke waardigheid. De functionaris had gereageerd op doodsbedreigingen tegen Bohrn Mena en noemde hem ‘verschrikkelijk’ en ‘gevaarlijk’, met de absurde bewering dat ze hem ‘naar een psychiatrisch ziekenhuis’ zou kunnen sturen. Dit juridische geschil onderstreept hoe belangrijk het is om haat en agitatie op sociale media actief na te streven en te bestraffen, zoals BVZ meldt.

De advocaat dr. Robert Kerschbaumer, die Bohrn Mena steunt, benadrukte dat dit soort verbaal geweld gevaarlijk is en dat politieke leiders een communicatiecultuur moeten cultiveren die gebaseerd is op de rechtsstaat. Hij was het eens met Bohrn Mena, die aankondigde dat er in de toekomst waarschijnlijk verdere procedures tegen FPÖ-functionarissen zouden volgen. Wat zorgwekkend is, is dat de functionaris eerder de aandacht had getrokken met soortgelijke uitspraken, zoals in maart 2023, toen ze commentaar gaf op een bericht waarin de Groenen als nazi’s werden omschreven. Dergelijke incidenten wijzen op een groter probleem dat niet onopgemerkt mag blijven.

Haat reacties op internet

De affaire rond de FPÖ-functionaris maakt slechts deel uit van een bredere kwestie: de verspreiding van haatcommentaren op internet, wat niet alleen in Oostenrijk maar ook internationaal een groot probleem is. Het echtpaar Sebastian en Veronika Bohrn Mena hebben al actief actie ondernomen tegen haatzaaiende commentaren op de Facebookpagina's van FPÖ-politici. Advocaat dr. Kerschbaumer ondersteunt hen bij het ondernemen van juridische stappen, wat in veel gevallen nodig is om uitspraken als “Euthanasie is nu toegestaan, kan iemand hem alstublieft helpen?” om verder te gaan, zoals Heute meldt.

Er zijn al meer dan 1.000 mensen geïdentificeerd die haatberichten hebben geschreven of leuk vonden. De Bohrn Menas zijn minder gestresseerd over de financiële kant, maar willen zich liever concentreren op het beschermen van hun kinderen en het behouden van hun integriteit. Ze gaan door met het verzamelen van bewijsmateriaal en plannen honderden rechterlijke bevelen tegen de relevante FPÖ-politici.

Politieke verantwoordelijkheid en maatschappelijke relevantie

Dergelijke incidenten roepen vragen op over de verantwoordelijkheid van politici, vooral als ze het commentaargedeelte van hun berichten niet modereren. In het geval van Patrick Haslwanter, een Tiroolse FPÖ-politicus, moesten al talloze haatreacties worden verwijderd. De vraag naar een verantwoorde benadering van de vrijheid van meningsuiting op sociale netwerken wordt steeds urgenter, vooral omdat deze platforms vaak worden gebruikt als ‘veilige ruimtes’ voor beledigingen en bedreigingen.

In Duitsland zijn maatregelen tegen haatzaaiende uitlatingen en desinformatie bijvoorbeeld steeds belangrijker geworden in het politieke discours. De hervormingen van het regeerakkoord in Duitsland laten zien dat het aanpakken van dergelijke vraagstukken ook daar op de politieke agenda staat. De bescherming van de vrijheid van meningsuiting is belangrijk, maar niet onbeperkt, zoals ook de huidige ontwikkelingen in Oostenrijk duidelijk maken. [ZDF].

De situatie rond Bohrn Mena laat ons zien dat de strijd tegen haat op internet niet alleen juridische consequenties vereist, maar ook een heroverweging van de samenleving. De bereidheid om zichzelf te verdedigen tegen onwaardige uitspraken en haatdragende commentaren is cruciaal om een ​​rolmodel te creëren voor toekomstige generaties. Een oproep tot burgerlijke moed, zowel van beleidsmakers als van individuen, zou een belangrijke stap in deze richting kunnen zijn.